Kennis van ongedierte

  • Rupsen in koolgewassen

    Rupsen van diverse vlinders zijn belangrijke schadeverwekkers in de koolteelt. Vraatschade kan aanleiding geven tot grote economische verliezen. Het gaat dan vooral over rupsen van de koolmot (Plutella xylostella), het klein koolwitje (Pieris rapae) en de kooluil (Mamestra brassicae). De schade door andere soorten zoals het groot koolwitje, de gamma-uil en de groente-uil zijn eerder beperkt. 

  • Koolvlieg (Delia radicum)

    De koolvlieg (Delia radicum) blijft één van de belangrijkste plagen in de koolteelt. De laatste jaren neemt de druk van de eerste generatie in het voorjaar nog toe. Waarnemingen geven aan dat deze eerste vlucht twee weken tot een maand vroeger begint dan tien jaar geleden. De periode waarin veel eitjes worden afgelegd, blijkt ook langer aan te houden. De eerste generatie larven is het meest schadelijk tijdens de opkweek en aan jong uitgeplante kolen in april en mei.
     

  • Melige koolluis (Brevicoryne brassicae)

    De melige koolluis (Brevicoryne brassicae) is een bladluis die zich beperkt tot planten uit de kruisbloemige familie. Het is dan ook een grote plaag van alle groentegewassen in deze familie.

    De voortplanting is in de lente en de zomer levendbarend waardoor ze snel grote populaties kunnen vormen.

  • De fruitmot (Cydia pomonella) - Professionals

    De fruitmot (Cydia pomonella) is de belangrijkste plaag van appel- en perenboomgaarden. Het is aanwezig in alle productiegebieden, en veroorzaakt schade wat vaak leidt tot vruchtval en dus tot oogstverlies. Ook als het fruit niet valt, is het in ieder geval beschadigd en dus commercieel afgeschreven. De fruitmot is verantwoordelijk voor aanzienlijke vruchtverliezen tot 90% in onbeheersbare situaties. In het grensoverschrijdend stroomgebied zijn aanvalsniveaus tot 12% gedetecteerd in zeer gevoelige productiepercelen. Om nieuwe duurzame oplossingen te bieden voor het beheer van dit probleem, werden door FREDON Hauts-de-France en door CRA-W twee studies opgezet om de effectiviteit van alternatieve technieken te testen. 
     

  • De fruitmot (Cydia pomonella) - Amateurs

    De fruitmot (Cydia pomonella) is de belangrijkste plaag in boomgaarden. Veel voorkomend in het grensoverschrijdende gebied, de schade die het veroorzaakt ernstige schade aan de binnenkant van het fruit, waardoor de kwaliteit en dus het verbruik verandert. Chemische bestrijding is de meest gebruikte remedie tegen dit insect, hoewel er alternatieve oplossingen bestaan. Om nieuwe duurzame oplossingen te bieden voor het beheer van fruitmot, werd voorbereidend bibliografisch werk uitgevoerd door CRA-W en FREDON Hauts -de-France. Het heeft verschillende veelbelovende "zonder spuiten"apparaten geïdentificeerd voor de bestrijding van fruitmot. Het leidde uiteindelijk tot het opzetten, door de twee partners, van twee studies gericht op het testen van de effectiviteit van alternatieve technieken.

  • Appelzaagwesp (Hoplocampa testudinea) - professioneel

    De Europese appelzaagwesp, Hoplocampa testudinea Klug, is nu een belangrijke plaag in ons productiegebied, vooral in biologische boomgaarden. De identificatie van controlemethoden is daarom noodzakelijk geworden om deze plaag duurzaam te beheersen, met name in boomgaarden die worden beheerd zonder gewasbeschermingsmiddelen. Een bibliografisch werk uitgevoerd door CRA-W en FREDON Hauts-de-France met het onderzoeksdoel van veelbelovende "non-spray" apparaten in de strijd tegen appelzaagwesp heeft geleid tot de implementatie van twee studies gericht op het testen van de effectiviteit van alternatieve technieken in Frankrijk en Wallonië. Dit werk was ook gebaseerd op werk dat werd uitgevoerd in het kader van het TransBioFruitproject.

  • Aardvlooien in koolgewassen (Phyllotreta sp.)

    Aardvlooien zijn kleine kevers die schade kunnen veroorzaken aan de bladeren en vruchten van verschillende gewassen. Ze hebben sterk verdikte en gespierde achterpoten waardoor ze grote sprongen kunnen maken en ze kunnen ook vliegen. Soorten van het geslacht Phyllotreta veroorzaken schade aan planten uit de kruisbloemige familie (kolen, koolzaad, raap…). In Vlaanderen komen er drie soorten voor die koolplanten aanvallen: de blauwe koolaardvlo (Phyllotreta cruciferae), de kleine gestreepte aardvlo (Phyllotreta undulata) en de grote gestreepte aardvlo (Phyllotreta nemorum). De laatste jaren lijkt de plaagdruk van aardvlooien toe te nemen. 
     

  • De perengalmug (Contarinia pyrivora)

    De perengalmug, Contarinia pyrivora, is een formidabele plaag van de perenboom. Van zijn status als secundaire plaag in het begin van de jaren 1990 tot de jaren 2000, heeft het zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een grote zorg voor perentelers in de noordelijke helft van Frankrijk en België. Relatief verwaarloosbare schade 10 jaar geleden lijden sommige percelen nu verliezen tot 70 tot 80% van hun productie op zogenaamde "gevoelige" rassen. Wat de productiewijze ook is, de bestaande oplossingen (door volwassenen te besprenkelen) om tegen deze galmug te vechten, hebben allemaal hun onzekere effectiviteit aangetoond, in wezen gekoppeld aan de moeilijkheid om hun doelwit te bereiken.

    Om dit probleem aan te pakken, werd vanaf 2019 een studie opgezet door CRA-W en FREDON Hauts-de-France, om de effectiviteit van verschillende duurzamere bestrijdingstechnieken tegen deze plaag te testen. Dit resulteerde in een eerste fase in de synthese van kennis en ervaring over het onderwerp, met als doel de ontwikkeling van veelbelovende "no-spray"-toestellen in de strijd tegen perengalmuggen. 

  • Wortelvlieg (Psila rosae) - Professioneel

    De larven van de wortelvlieg (Diptera, Psilidae) kunnen ernstige schade aan de wortels van schermbloemige gewassen veroorzaken. Bij wortelteelt voor industrie of grootdistributie worden vanaf 3% aangetaste wortelen hoge sorteerkosten aangerekend voor de producent en vanaf 15% kan de hele oogst van een perceel worden afgekeurd. 

  • De groene appeltakluis (Aphis pomi)

    De groene appeltakluis, Aphis pomi, is een plaag van appelbomen. Deze bladluis kan ook peer, meidoorn, mispel, kweepeer, lijsterbes, roos en spirea koloniseren. De soort komt veel voor, maar veroorzaakt meestal geen noemenswaardige schade. Toch kan een zware aantasting grote gevolgen hebben. 
     

  • Appelzaagwesp (Hoplocampa testudinea) - Amateurs

    De appelzaagwesp (Hoplocampa testudinea Klug) is een belangrijke plaag in ons productiegebied. Het heeft de neiging om een permanente plaag te worden, vooral in biologische boomgaarden. In het grensgebied is al 98% besmette bomen en 40% fruitschade geregistreerd (regio Hauts-de-France). Het identificeren van bestrijdingsmethoden is daarom noodzakelijk geworden om deze plaag duurzaam te beheersen, met name in boomgaarden die worden beheerd zonder gewasbeschermingsmiddelen. Een bibliografisch werk uitgevoerd door CRA-W en FREDON Hauts-de-France met als doel veelbelovende methoden zonder bespuitingen te vinden in de strijd tegen appelzaagwesp heeft geleid tot de uitvoering van twee onderzoeken die gericht zijn op het testen van de effectiviteit van alternatieve technieken in Frankrijk en Wallonië. 
     
    Vermijdingsstrategieën zijn soms onvoldoende en apelzaagwesppopulaties vestigen zich dan in de boomgaard. Om de schade te beperken bestaan er controlemiddelen zonder bespuitingen. 

  • Groene perzikluis (Myzus percisae)

    De groene perzikluis (Myzus persicae) is een belangrijke schadeverwekker in de land -en tuinbouw. In beschutte teelten is ze vooral een probleem in de paprika- en slateelt. Ze komt voor over de hele wereld en veroorzaakt niet alleen gewasschade door het aanzuigen van voedingsstoffen (en het inbrengen van toxines), maar draagt ook virussen over en vervuilt het gewas. De groene perzikluis scheidt de overmaat aan suikers die ze binnenkrijgt onverteerd uit. Dit wordt honingdauw genoemd. Deze stof daalt neer  op de bladeren en vruchten, waardoor deze kleverig worden. Bovendien kunnen roetdauwschimmels (Cladosporium spp.) beginnen groeien op de honingdauw waardoor de honingdauw zwart wordt en de bladeren en vruchten nog meer vervuilen Bij paprika zorgt dit ten eerste voor extra kosten voor het reinigen van de vruchten voor verkoop.  Ten tweede  kan dit zorgen voor een verminderde fotosynthese en dus een verminderde productie en versnelde veroudering. Indien groeipunten en nog onvolgroeide vruchten aangetast worden, kan dit ook leiden tot misvormingen. Als virusvector is de groene perzikluis nog het meest gevreesd. Deze schadeverwekker kan dus op verschillende manieren de productie van tuinbouwgewassen negatief beïnvloeden.

  • Studie van het voedingsgedrag van bladluizen door middel van elektropenetrografie

    Onze partners van de EDYSAN-eenheid van de Jules Vernes Universiteit van Amiens hebben dez verklarende video gemaakt van een bepaalde techniek die het mogelijk maakt om het voedingsgedrag van bladluizen te bestuderen, de elektropenetrografie.